Het begon ergens rond 4 februari. Volgens Jaap Voigt van het boek Leven en werken in het ritme van de seizoenen is 4 februari de energetische start van de lente (over dat boek ga ik later zeker nog een blog schrijven). In de Keltische kalender vieren ze aan de vooravond van 1 februari Imbolc: ze vierden dat de dagen langer werden en de beginnende vruchtbaarheid van de aarde. En ik, ik hóórde het, zonder me bewust te zijn van eender welke kalender. Ik hoorde de komst van de lente toen ik voor het eerst ’s ochtends, in de eerste dagen van februari, een vogel weer vrolijk hoorde fluiten. Jipie, dacht ik, de lente is weer op komst.
De dagen daarop hoorde en zag ik ze steeds vaker, bijna alsof ze zich daarvoor verstopt hadden: vogels die heen en weer fladderde, blij tjilpend, spelend met elkaar (of toch alleszins in mijn beleving). De zon kwam ook al vaker piepen en de eerste wandeling met een strakblauwe hemel was een feit daar in die eerste week van februari.
Maar het was niet één en al rozengeur en maneschijn. Ik zag in februari ook veel overvolle en overlopende beken. Ik verbaasde me af en toe over weilanden die, zoals andere weilanden, frisgroen moesten zien maar waar ik enkel water zag. Geen slecht nieuws natuurlijk al dat water, want dat maakt ook dat ons grondwaterpeil eindelijk weer een beetje op niveau komt. Over frisgroen gesproken, wist jij dat het allereerste wat er weer gaat groeien na de winter gras is? Een nieuwtje voor mij, maar opeens zag ik het overal, die heerlijke mooi groenige grassprietjes.
Half februari zag ik het eerste frisgroen ook aan de bomen: de eerste ontluikende blaadjes. Aan andere bomen zag ik dan weer die donzige katjes. En in de laatste week van februari zag ik voor het eerst madeliefjes in de wei, een fladderende vlinder en een bijtje.
Na het horen van de vogels, het zien van al dat lentefris kwamen ook mijn andere zintuigen aan bod. Een eerste keer buiten in de zon zitten en de warmte voelen op mijn huid. Of die fameuze dagen met al dat stormgeweld. In mijn houten huisje kon ik die goed voelen. Het was een mooie oefening in ontspannen en zijn. Ik merkte namelijk dat elke windopstoot mijn lichaam deed schrap zetten om als het ware die windstoot op te vangen. Dus heb ik mij voor de kachel gezet, helemaal in zijnsmodus en de wind lekker laten razen.
En toen, op de voorlaatste dag van februari, met weer een stralende zon en een strakblauwe hemel, gebeurde er iets totaal onverwachts tijdens mijn wandeling. Ik rook de lente! Een heerlijke, zoete, bloemengeur (van ik denk een seringenboom of vlinderstruik) dartelde zo mijn neus binnen. Pure zaligheid.
Zoveel “eerste keren” in februari en wat een feest om me zo bewust te zijn van de natuur.
Photo by Elena Mozhvilo on Unsplash